Pastoor Marco Conijn
Op 16 maart 1965 zag ik het levenslicht in Edam, alwaar ik tot mijn twaalfde jaar zou wonen. Ik was het eerste kind van Henk Conijn en Fran Huisink. Later werden nog twee zusjes geboren: Helen en Betty. Ik had mooie en onbezorgde kinderjaren. De buurt was zeer kinderrijk. In Edam woonde ook zo’n beetje alle ooms en tantes en dus ook mijn neefjes en nichtjes. Mijn vader runde een familiebedrijf (bloemen en planten). Een bloemisterij, kwekerij en grossierderij
maakte onderdeel uit van het familiebedrijf. Ik bezocht de toenmalige Sint Agnesschool. Het was vanzelfsprekend dat we als katholiek gezin op zondag naar de kerk gingen. Als klein kind ging ik al graag twee keer. Eerst om 7.30 uur naar de vroegmis met mijn oma. Zij ging daarna mee naar ons huis waar we van een ontbijt genoten. Om 10.00 uur ging ik nogmaals naar de kerk.
Dan was er de Latijnse Hoogmis en stond ik met het kerkkoor op de koorzolder.
Ingrijpend was het ziek worden van mijn jongste zusje. Ze had acute leukemie. Op haar vijfde is ze overleden. Het had op het gezin veel impact. Ook op mij persoonlijk. Ik heb haar enorm gemist en het verdriet was groot. Toch voelde ik me altijd getroost door mijn geloof en het heeft me (hoe vreemd het ook klinkt) ook dichter bij God gebracht. Zijn aanwezigheid in mijn leven ging na het sterven van mijn zusje een groter rol in mijn leven spelen. Langzaam ontwikkelde zich ook steeds sterker het verlangen om priester te worden.
Ik was twaalf jaar toen mijn ouders besloten om te verhuizen naar Drenthe. We kwamen te wonen in Schoonloo. Een prachtige plek, omgeven door vele bossen. Het was voor mij aanvankelijk erg wennen. Ik miste met name mijn familie en speelkameraadjes enorm. Maar (bijna) alles went. Ik bezocht de m.a.v.o. in Rolde en aansluitend de m.t.s. in Emmen. Of ik echt de techniek in wilde was niet zo duidelijk. Langzaam groeide ook het verlangen om priester te worden in Gods kerk. Maar er was toch ook veel wat me ervan weerhield. Het niet hebben van een gezin was in die tijd een te groot offer voor me. Na de m.t.s. heb ik nog een paar jaar h.t.s. (installatietechniek) gevolgd. Vijf jaar heb ik bij het advies en ontwerpbureau mogen werken als technisch tekenaar en constructeur. Het was een hele mooie en afwisselende tijd met fijne collega’s.
Als jongere en jongvolwassene was ik wel betrokken bij de kerk. Ik werd ingezet als cantor, als lector en was betrokken bij jongerengroepen. Vanuit de parochie (Assen) werd er jaarlijks een reis voor jongeren ondernomen naar de broedergemeenschap van Taizé. Een mooie plek om te zijn en andere (zoekende) jongeren uit de wereld te ontmoeten. Het verdiepte mijn geloof en liet me nadenken over levensvragen. Rond mijn 17e ging ik voor het eerst mee naar Lourdes.
Een geweldige ervaring. Hier voelde ik voor het eerst in mijn leven heel sterk dat de hemel de aarde raakt. Sinds die tijd speelt Lourdes een belangrijke rol in mijn leven.
Rond mijn 24ste besefte ik steeds sterker dat mijn arbeidzame toekomst niet lag bij het ontwerpen en adviseren van technische installaties. De wens op priester te willen worden was groter. In gesprekken met betrokken mensen werd me steeds duidelijker dat werken in Gods kerk me echt gelukkig zou maken. Na fijne gesprekken met mgr. Möller en de toenmalige vicaris-generaal Carl Grasveld werd ik toegelaten tot het seminarie voor late roepingen,
Bovendonk, gevestigd in Hoeven (Brabant). Er waren maar liefst zestien kandidaten.
Uiteindelijk zijn we met z’n twaalven gestart. Het was een weekend opleiding (22 weekenden per jaar) waar werd lesgegeven van vrijdagavond t/m zondagnamiddag. We kregen veel leer en leeswerk mee naar huis. Het was een geweldige tijd, waarin ik er steeds meer van overtuigd raakte dat dit mijn weg zou zijn en ik een goede keuze had gemaakt.
Inmiddels was ik gestopt met werken op het technisch adviesbureau. Ik kreeg een baan als jeugd en jongerenwerker bij het katholiek Steunpunt Drenthe. In deze jaren leerde ik veel jongeren kennen die betrokken waren bij de parochies in Zuidoost Drenthe. Met hen ontwikkelde ik activiteiten in de parochies en inter-parochieel. Ik vond het geweldig om (jonge) mensen te mogen verbinden met God en zijn kerk. En het lukte ook. Ondertussen was ik verhuisd van Schoonloo naar Emmercompascuum.
Na vier jaar seminarie brak de tijd van de stage aan. De stage (2 jaar) werd gecombineerd met studie. Na de stage werd ik gewijd op 5 oktober 1996. Ik werd benoemd op 1 november van dat jaar in de Kanaalstreek (Musselkanaal-Stadskanaal en Kopstukken). Het was een heerlijke plek om te mogen werken. De kerken werden in die tijd nog bezocht door jong en oud. De kerkgang lag hoog. Het fenomeen van kerkverlating leek (in die tijd) nog aan de Kanaalstreek voorbij te gaan. Het was ook nog een redelijk overzichtelijke tijd.
Na bijna twaalf jaar aldaar werkzaam te zijn geweest werd op mij een beroep gedaan om te verkassen naar NW Friesland. Medio 2008 was ik benoemd voor de parochies: Harlingen, Franeker, Dronryp, Sint Anna en Terschelling. Ook Vlieland maakte van de benoeming deel uit.
Pastor Nellie Sluis was in de beginjaren mijn directe collega. Een heel fijne en nieuwe tijd brak aan, maar het was voor mij een enorme overgang. In de Kanaalstreek was het allemaal volkser en traditioneler. Ook lag daar de kerkgang enorm hoog. In Friesland lag dat anders. Hier spreekt men een eigen taal en de cultuur is ook verschillend. Men was in mijn beleving minder Rooms katholiek en meer Calvinistich en kritischer katholiek. Niet verkeerd, maar wel anders. Het aantal kerkgangers lag ook relatief laag ten opzichte van wat ik gewend was. Fijn is wel dat we in al die jaren het kerkbezoek redelijk vast hebben weten te houden.
In 2013 zijn de afzonderlijke parochies gefuseerd tot de H. Jacobusparochie. De verschillende geloofsgemeenschappen waren al erg naar elkaar toegegroeid, dus de fusie was verliep heel soepel. Wel is er toen op bestuurlijk vlak veel werk verzet. De verschillende geloofsgemeenschappen hebben sinds die tijd allemaal hun eigen identiteit en nestgeur behouden, terwijl men het ook kan waarderen dat veel op parochieel niveau wordt gedaan.
Op fantastische wijze heb ik zondag 10 oktober 2021 mogen vieren, dat ik 25 jaar geleden tot priester ben gewijd. Het was eigenlijk een van de eerste vieringen na de Coronatijd dat we weer veel mensen konden en mochten ontvangen in de kerk. Na lange tijd mocht men ook weer meezingen. Alleen dat al maakte de dag tot een feestdag.
Ik prijs me zeer gelukkig met al de mensen die door de jaren heen onze mooie Kerk een warm hart toe hebben gedragen en betrokken zijn als gelovige en vrijwilliger. Zonder de inzet van vele lieve mensen zouden we als Kerk niet kunnen bestaan. Ik hoop nog een tijd in deze parochie werkzaam te mogen blijven en wens dat onze mooie Jacobusparochie nog lang een gastvrij thuis mag zijn waar velen zich welkom voelen. Daar wil ik graag mijn bijdrage aan leveren.
Pastoor Marco Conijn